Met belangstelling heb ik het artikel van Ludo Hellemans over Michel Houellebecq in het vorige nummer (6:2) van Mosaïek gelezen. Ik heb er weinig op aan te merken, behalve misschien dat Hellemans het onderwerp wel heel erg naar zijn eigen biologische stiel toe trekt, maar voor zo’n gepassioneerde toe-eigening kan ik wel waardering opbrengen. Persoonlijk denk ik dat de ethologie in Elementaire deeltjes vooral een literaire functie heeft: door het gedrag van zijn personages afstandelijk en objectiverend te beschrijven, wil Houellebecq bij de lezer een schokeffect teweegbrengen (want we zijn nog altijd niet gewend om onszelf als vreemde dieren te zien); het gaat me dan ook veel te ver om het boek een biologische roman à thèse te noemen, zoals Hellemans doet.
Ook met het ‘uitgesproken biologische karakter’ van Houellebecqs taalgebruik valt het volgens mij wel mee. Hellemans verwijt mij als Houellebecqs vertaler dat ik net als veel andere alfa’s een blinde vlek voor de ethologie heb en typisch biologische uitdrukkingen sterk afzwak (met name ‘mutation’), maar de waarheid is anders. Niet alleen heb ik juist erg genoten van de kans die me werd geboden om wetenschappelijk taalgebruik te pasticheren (voor de gelegenheid heb ik me met veel plezier verdiept in de kwantumfysica en de moleculaire biologie), ik heb ook heel lang geaarzeld of ik de Franse term ‘mutation métaphysique’ moest vertalen als ‘metafysische mutatie’, juist vanwege de darwinistische associatie die wij Nederlanders er op grond van ons eigen woord ‘mutatie’ in lezen. Maar uiteindelijk heb ik toch gekozen voor ‘metafysische omwenteling’, om verschillende redenen:
- In het Frans komt het woord ‘mutation’ zeer algemeen voor, zonder enige biologische bijbetekenis: de Fransen hebben het over ‘les grandes mutations de l’histoire’ (de grote omwentelingen in de geschiedenis) of over ‘les mutations dans une langue au cours des siècles’ (de veranderingen in een taal door de eeuwen heen). Laten we vooral niet vergeten dat het woord al ruim twee millennia lang bestond voordat de biologie het ging gebruiken.
- In het Nederlands wordt het woord ‘mutatie’ in een veel beperktere context gebruikt dan in het Frans, het heeft altijd een specifieke (boekhoudkundige, biologische, taalkundige etc.) betekenis en nooit de algemene betekenis van ‘verandering’. Als ik ‘mutation métaphysique’ met ‘metafysische mutatie’ had vertaald, was alleen de biologische betekenis overgebleven. Dat leek me om de volgende twee redenen onwenselijk:
- Houellebecq gebruikt het woord ‘mutation’ ook in andere teksten regelmatig zonder enige biologische bijklank, altijd met de betekenis van ‘grote verandering’: ‘mutations technologiques’ (ingrijpende technologische veranderingen), ‘les mutations récentes intervenues dans la pensée scientifique’ (recente omwentelingen in het wetenschappelijke denken), enzovoort. In al die gevallen is een vertaling met het woord ‘mutatie’ uitgesloten.
- Als synoniem voor ‘mutation métaphysique’ gebruikt Houellebecq in Elementaire deeltjes één keer (in het gedicht in hoofdstuk III.7) het absoluut niet biologisch geconnoteerde begrip ‘révolution métaphysique’ (metafysische revolutie). Dat gaf voor mij de doorslag, want het duidt erop dat er voor de schrijver zelf geen sprake is van een biologische metafoor.
Ludo Hellemans (na Arnold Heumakers in NRC Handelsblad en Sophie Kassies van het Nationaal Toneel al de derde die me vroeg waarom ik ‘mutation’ niet met ‘mutatie’ heb vertaald) was zo vriendelijk contact met me op te nemen vlak voordat zijn artikel verscheen, en we hebben inmiddels een interessante gedachtewisseling gehad. Toen Houellebecq me onlangs belde kon ik dan ook niet nalaten te vragen wat hij er zelf van vond: heeft ‘mutation métaphysique’ voor hem een biologische bijklank? Hij antwoordde zeer resoluut van niet en zei dat het woord gewoon een grote verandering aanduidde. Daar was ik uiteraard blij om. Toch is het jammer dat het Nederlandse woord mutatie niet dezelfde dubbelzinnigheid als het Frans kent: in de vertaling is een mogelijke associatie verloren gegaan. Maar dat verlies is tegelijkertijd een winst: het behoedt de roman voor een dubieuze biologische metafoor (de ideeëngeschiedenis als vermeend analogon van de natuurlijke evolutie) die van Houellebecq een heel ander soort schrijver zou maken.
[Mozaïek 6:3, herfst 2004, © Martin de Haan]